In de Annalen van het Thijmgenootschap verscheen een aflevering (nummer 2 van jaargang 109), onder de titel Het radicale midden overzee. Verkenningen van het postliberalisme, dat aandacht besteed aan het ‘postliberalisme’, een stroming die kritische kanttekeningen plaatst bij het heersende liberale denken. Mijn bijdrage aan deze uitgave gaat uit van een belangrijk kenmerk van de moderne maatschappij, te weten de erkenning van onderscheidingen tussen verschillende maatschappelijke domeinen en tussen maatschappij en mens. De autonomie van deze domeinen en van mensen is een uitgangspunt van de maatschappelijke orde. Het liberalisme is een (doorgaans normatieve) uiting van deze erkenning. Dit leidt paradoxaal genoeg uit zichzelf tot een problematisering van het liberalisme: de erkende vrijheid in de omgeving kan schadelijk zijn en tot pogingen leiden de schade te beperken. Kennis van de in vrijheid bestaande domeinen en mensen leidt tot beter inzicht in de mogelijke manipulatie ervan. De ontbinding die het gevolg is van de differentiatie leidt tot verlies van samenhang wat zich vervolgens tegen het liberalisme als uitingsvorm keert. Het uiteenvallen van de maatschappij en het ontbreken van een verbindend en sturend centrum leidt vanzelf tot een permanente crisis, zodat overwinning van het liberalisme: ‘postliberalisme’, net zozeer een begeleidingsverschijnsel van de moderne maatschappij lijkt te zijn als het liberalisme.