Democratie als cultus

Secularisering beperkt zich niet alleen tot de godsdienst, maar zet zich verder door naar andere menselijke instellingen. De onttovering van de wereld maakt ook de leden van maatschappij en staat tot ‘ongelovigen’. Ze verlaten de politieke orde, zoals ze voorheen de kerken verlieten. Karl Marx schreef al in 1843: de godsdienstkritiek is voltooid, nu begint de kritiek van staat en recht. Bijna een eeuw later stelde Carl Schmitt de diagnose dat de moderne politieke instellingen gegrond zijn in geseculariseerde theologische begrippen. De moderne democratie draagt nog de sporen van het theologisch verleden. Staat en kerk mogen keurig gescheiden zijn, van de talloze verbanden tussen politiek en religie zijn we voorlopig niet bevrijd. Het hedendaagse onbegrip voor theologie treft ook de politieke instellingen.

Mijn boek Democratie als cultus is een boek voor vrijzinnigen, niet voor gelovigen. Vrijzinnig wil zeggen: vrijstaand en vrijdenkend tegenover alle mogelijke overtuigingen van mensen. De gelovige is niet vrij, want hij heeft trouw gezworen aan een of andere overtuiging en is bereid deze te verdedigen. De godloochenaar is niet vrijzinnig, maar is iemand met een dogmatische overtuiging dat ‘God niet bestaat’ (wat dat ook moge betekenen). Mijn vertrekpunt is de wijze waarop de oude Grieken en Romeinen ‘over de goden spraken’: als verhalenvertellers, als waarheidzoekers of als staatsmannen. De waarheid vertellen over de goden is een moeilijke zaak, waarmee slechts weinigen zich bezig hielden. Van belang voor het openbare leven waren slechts de maatschappelijke en politieke vormen van godsdienst waarin de verdichtingen over de goden verbonden zijn met de rituele vormgeving van de erediensten. Dat voor moderne mensen de goden de vorm hebben aangenomen van ideële entiteiten (zoals nationale identiteit of rechtvaardigheid), doet hieraan niets af. Wat telt is nog steeds hoe over deze entiteiten wordt gesproken en hoe een politieke gemeenschap vorm geeft aan de eerbied voor deze entiteiten. En de vrijzinnige denkers houden zich nog steeds bezig met de moeilijke vraag of deze goden wel bestaan en als ze bestaan hoe ze zich tot de mensen verhouden.

‘Koersvast slaagt Uitgeverij Boom er inmiddels reeds enkele decennia in om geheide niet-bestsellers, boeken over filosofie en maatschappijbeschouwende thema’s, toch een podium te geven. Daarmee draaft de uitgeverij belangrijk bij tot (het niveau van) het intellectuele debat in Nederland. Ook deze verzameling politiek-theologische opstellen […] past in deze traditie’. – Drs. M. Groen (NBD Biblion, 28-10-2011)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 | De democratie en het probleem van de theologia politikē. Varro, Augustinus, Spinoza en Lefort over de religieuze dimensie van de politieke orde

  • 1 Inleiding
  • 2 Is politieke theologie achterhaald?
  • 3 Varro: de onderscheiding van de theologie
  • 4 De drie soorten theologie
  • 5 De voorrang van de politieke theologie
  • 6 De christelijke afwijzing van de politieke theologie
  • 7 Spinoza’s politieke theologie: theocratie boven hiërocratie
  • 8 Spinoza’s herstel van de theologia tripertita
  • 9 Godsdienst en vrijheid van denken: de betekenis van Spinoza’s religiekritiek
  • 10 De politieke orde en haar imaginaire grondslag
  • 11 Van potestas Dei naar potentia Dei
  • 12 Lefort: de “lege plaats van de macht” en het theologisch-politieke schema
  • 13 Lefort, Spinoza en Hegel: voortzetting van een oud schema
  • 14 De politiek-theologische dubbelzinnigheid van de moderne democratie
  • 15 Tot slot: democratie als negatieve theocratie?

Hoofdstuk 2 | Gedachten over de democratie als cultus

  • 1 Inleiding
  • 2 De aanwezigheid van het volk in de politieke orde
  • 3 Meditatie bij een ontmanteling
  • 4 Wat zijn res mixtae of personae mixtae?
  • 5 De koninklijke luister
  • 6 Het oppimpen van de politiek en haar spelers
  • 7 Politiek en cultus
  • 8 Polis en psyche: de cultus als ‘transformatiemachine’
  • 9 Volksstemming en cultus: een herinneringsspoor
  • 10 De weerzin tegen het cultische
  • 11 Cultus van ‘de lege plaats’?

Hoofdstuk 3 | Het recht op willekeur. Over individu, politiek en soevereiniteit in de overgang van monarchie naar democratie

  • 1 De koning als soeverein individu
  • 2 Het koningschap verdeeld over de burgers
  • 3 Willekeur en de vrijheid van meningsuiting
  • 4 Redetwisten over redetwisten
  • 5 De bezwering van de soevereiniteit van de mens
  • 6 Willekeur en redelijkheid
  • 7 De waarde van de willekeur
  • 8 Het recht op willekeur aanvaard

Hoofdstuk 4 | Een apocalyptische eeuw en haar politieke filosofie

  • 1 Twee schoolvoorbeelden: Voegelin en Kymlicka
  • 2 De apocalyptische geest van de voorbije eeuw
  • 3 Over de apocalyptische spanning in de politiek
  • 4 Het grote voorbeeld van een apocalyptisch scenario: de Openbaring van Johannes
  • 5 Het jaar 1900: een verhaal over de antichrist
  • 6 De waarschuwing van Max Weber
  • 7 Carl Schmitt: tegen de neutralisering van het politieke
  • 8 De wet van deze wereld
  • 9 Kernbegrippen van een politieke theologie
  • 10 Politiek als een strijd op leven en dood
  • 11 Vermaatschappelijking van de politiek
  • 12 Een ‘Rijk zonder Apocalyps’?
  • 13 De postapocalyptische universele homogene staat
  • 14 Een democratiserende voorzienigheid
  • 15 De ‘apocalyptische’ kern: de beslissing
  • 16 Verdediging van de democratie
  • 17 En dan de volgende (deze) eeuw…

Hoofdstuk 5 | In de geest van Hobbes: soevereiniteit en maatschappelijke orde

  • 1 Het laatste oordeel en de ontsnapping aan het onherroepelijke
  • 2 Het ‘hobbeseaanse’ moment: de onherroepelijke beslissing
  • 3 Het onherroepelijke oordeel buiten de theologie?
  • 4 De ervaring van de contingentie: bestaansonzekerheid en machtsoverdracht
  • 5 Liberale oprispingen en probeersels, oftewel: verdeel en heers
  • 6 Systeemtheoretisch tussenwerpsel: traditionele en moderne samenleving
  • 7 Geestelijke macht als potestas indirecta
  • 8 De ambivalentie van de liberale experimenten
  • 9 De blinde vlekken in de geest van Hobbes

Hoofdstuk 6 | Politieke orde, decisionisme en het politiek-theologische probleem

  • 1 Herdenking van de politieke orde
  • 2 De politieke orde als kunstwerk
  • 3 De beslissing van en voor de politieke orde
  • 4 Politieke orde, fundamentalisme en decisionisme
  • 5 De politiek-theologische schakel
  • 6 Na de dood van God, de dood van de politiek

Hoofdstuk 7 | Van Godville naar Dogville. Dogville en het gebrek aan politieke en religieuze vorm

  • 1 Het geschenk van maatschappelijkheid
  • 2 Geschenk, cultus en offer: politieke theologie in Dogville
  • 3 Een diagnose van het sociale leven in Dogville
  • 4 Godsdienst in Dogville
  • 5 Politiek in Dogville
  • 6 De uiteindelijke gevolgen van een onzichtbare kerk
  • 7 De afbraak van decorum
  • 8 De ondergang van de politieke vorm
  • 9 De verbreking van het verband tussen immanentie en transcendentie
  • 10 Besluit: de wereld van de ‘Godfather’

Hoofdstuk 8 | Het theologisch-politiek probleem en de onrechtmatigheid van de moderniteit. Spinoza, Carl Schmitt en Leo Strauss over de politieke betekenis van Gods macht

  • 1 Inleiding
  • 2 Het antwoord van Schmitt en Strauss op Spinoza’s denkbeweging
  • 3 Moderniteit en rationalisering
  • 4 De geest en de machine
  • 5 De politieke theologie van de moderniteit
  • 6 Van de immanentie van Gods macht naar liberalisme?
  • 7 De macht van God en de rationalisering van de wereld
  • 8 Beoordeling van Schmitts kritiek op Spinoza’s politieke denken
  • 9 Het grote misverstand tussen openbaringsgeloof en vooruitgangsgeloof
  • 10 De inzet van Strauss’ lezing van Spinoza
  • 11 Het denken van de breuk tussen antieke en moderne wereld
  • 12 Afsluiting: trouw, partijdigheid en macht