Dit artikel verscheen in een speciaal nummer over het thema verzet van het Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte (ANTW), nummer 2, jaargang 112, juli 2020, blzn. 113-136. DOI: https://doi.org/10.5117/ANTW2020.2.003.TERP
Samenvatting Het begrip oikofobie wordt vaak gebruikt als antwoord en weerlegging van de beschuldiging van xenofobie die meestal wordt geuit tegen nationalistische groeperingen. Oikofobie stelt zich tegenover het beeld van nationalisten als mensen die in de eerste plaats een hekel hebben aan wat buitenlands is of aan de vreemdeling. Zij omschrijven zichzelf juist als mensen met een sterke gehechtheid aan de eigen cultuur en hun tegenstanders als mensen met angst voor of afkeer van hun afkomst of (culturele) thuis. Dit spel van asymmetrische beschrijvingen is het onderwerp van deze tekst, die zich richt op de onderscheidingslogica die ten grondslag ligt aan dit verzet tegen (vijandige) beelden. Wat dan ook oplicht is dat de globale polarisatie die we zien tussen nationalistische en kosmopolitische bewegingen ook betrekking heeft op de status van de asymmetrische onderscheidingen zelf. Het nationalistische verzet tegen de wereldsamenleving kan worden geïnterpreteerd als een verzet tegen het symmetrisch worden van existentiële verschillen, d.w.z. verschillen die identiteit en verbondenheid creëren.