Project ‘Res Mixtae’

Het project ‘Res Mixtae’ omvat het onderzoek dat ik de afgelopen tientallen jaren heb gedaan en hoop de komende jaren te kunnen voortzetten. Geleidelijk aan zullen hier hoofdstukken en bijlagen verschijnen die tezamen een boek gaan vormen. Deze werkwijze heeft tot gevolg dat de samenhang tussen de verschillende teksten slechts geleidelijk aan zichtbaar wordt. Voor een indruk verwijs ik naar de inleidingen bij het geheel en de drie delen. Leest u de teksten liever op schrift, dan kunt u dat kenbaar maken in het contactformulier – ik stuur u dan de gewenste teksten in PDF-formaat.
Het boek draait om Spinoza’s Theologisch-politiek traktaat (1670) en dus om het theologisch-politiek vraagstuk of de kwestie van de politieke theologie. Het gaat om de verhouding tussen het streven naar kennis (philosophia), politieke orde (res publica) en religie (pietas). Ik onderzoek de voorgeschiedenis van het traktaat en de betekenis ervan in het politieke denken daarna. Een belangrijk thema in dit geheel is de spanning tussen politiek en religie, en tussen wereldlijke en geestelijke macht. De res mixtae verwijzen naar zaken waarin beide sferen elkaar raken. De betekenis van het geestelijke leven voor de menselijke ordeningen in deze wereld krijgt ook de nodige aandacht.
Naast Spinoza spelen twee andere denkers een grote rol in mijn onderzoek. Om een indruk te geven van hun inzet, volgen hier ten slotte drie citaten:

Carl Schmitt: “Wie beslist in het concrete geval voor de als eigenstandig schepsel handelende mens over de vraag wat geestelijk en wat wereldlijk is, en hoe dit uitwerkt voor de res mixtae die, in de tussenperiode tussen de komst en de wederkomst van de Heer, het gehele aardse bestaan vormen van dit geestelijk-wereldlijke, spiritueel-temporele dubbelwezen, de mens?”[1]

 

 

 

Niklas Luhmann: “Voor zover het onderscheid tussen immanentie en transcendentie zichtbaar wordt als vorm van religie, ontstaan er problemen met de indeling. Dit geldt voor elke code. Want de binaire structuur zegt nog niet welke waarde, de positieve of de negatieve, in het afzonderlijke geval in aanmerking komt. De zin van de codering ligt juist in het openhouden van deze beslissing.”[2]

 

 

Benedictus de Spinoza: “Overigens wil ik hier geen aandacht schenken aan de argumenten van de tegenstanders, op grond waarvan zij het heilige recht van het positieve recht willen scheiden, zodat zij beweren dat het laatste tot de bevoegdheid van de hoogste overheden behoort, het eerste tot die van de gehele kerk. Want die argumenten zijn zo onbeduidend, dat ze geen weerlegging verdienen.”[3]

 

 

Bronnen

[1] Carl Schmitt, Politische Theologie II. Die Legende von der Erledigung jeder Politischen Theologie (1970), Duncker & Humblot, Berlin 1984 (vierde druk), p.107: “Wer entscheidet in concreto für den in kreatürlicher Eigenständigkeit handelnden Menschen die Frage, was Geistlich und was Weltlich ist und wie es sich mit den res mixtae verhält, die nun einmal in dem Interim zwischen der Ankunft und der Wiederkunft des Herrn die ganze irdische Existenz dieses geistig-weltlichen, spiritual-temporalen Doppelwesens Mensch ausmachen?”

[2] Niklas Luhmann, Die Religion der Gesellschaft, herausgegeben von André Kieserling ed., Surhkamp, Frankfurt a/M 2000, blz.93: “In dem Maße, als die Differenz von Immanenz und Transzendenz als Form der Religion sichtbar wird, ergeben sich Zuordnungsprobleme. Das gilt für jede Code. Denn die binäre Struktur besagt noch nicht, welcher Wert, der positive oder der negative, im Einzelfall in Betracht kommt. Der Sinn der Codierung liegt ja gerade darin, diese Entscheidung offenzuhalten.”

[3] Theologisch-politiek traktaat [vertaling Fokke Akkerman], Wereldbibliotheek, Amsterdam 1997, blzn.416-417 (19.14).