In een bij Damon verschenen boek is een artikel van mij opgenomen dat handelt over de botsing tussen twee stromingen in de wereldpolitiek: de beweging die opkomt voor mensenrechten en de beweging die gericht is op het herstel of de versterking van (nationale) gemeenschappen. De verwachting, ooit door Francis Fukuyama uitgesproken, dat de geschiedenis op weg is naar een liberale en democratische wereldorde, wordt weersproken door de opkomst van nationalistische bewegingen. Een sleutelbegrip in deze botsing is de betekenis van het offer dat van mensen gevraagd kan worden – of niet. Het hoogste offer is het geven van het leven voor de gemeenschap. De botsing zelf vraagt ook om een strijdbare houding, en dus om offers. De tegenstelling is minder scherp dan men op het eerste gezicht denkt. Dat roept de vraag op waarom het doel van de politiek van de mensenrechten die een einde van het mensenoffer eist zo ver weg lijkt.
Marcel Poorthuis & Joachim Duyndam (red.), Einde van de politiek? Over populisme, democratie en staatsgeweld, Damon, Eindhoven 2019, 132-146.