De magie van het ‘bij de tijd’ zijn

[3 januari 2023] Er is een tijd om te gaan slapen en een tijd om op te staan, een tijd om te zaaien en een tijd om te oogsten. Deze tijdsordeningen zijn ingegeven door de natuurlijke omgeving of de kosmos: de wisseling van dag en nacht, zonsondergang en zonsopgang, en de wisseling van seizoenen. Ook de oude tijdsmetingen zijn ontleend aan de gang van de natuur: de baan van de zon, de gestalten van de maan, de zwaartekracht die dun zand of water naar beneden doet stromen.[1] Het ritme van het leven wordt geordend op grond van deze kosmische tekenen. De tijdsordening als maatgevende orde, de aanmaning dat het tijd is om dit of dat te doen, heeft een vanzelfsprekende grond: het licht dat nodig is om te leven, de warmte die nodig is om zaad te laten ontluiken en tot wasdom te brengen. De magie van de tijd verwijst naar veranderingen in de omgeving, doorgaans een kringloop, een zich herhalend patroon, die aanwijzingen geven voor het dagelijkse leven. Men leest de natuur als een handleiding voor het leven. Men ziet de omgeving als een noodzakelijke voorwaarde voor het eigen bestaan en past zich aan. Het dwingende karakter van deze invoeging van het eigen patroon van handelen is uiteraard een eigen uitleg, maar heeft in de genoemde gevallen iets onontkoombaars. Dit geldt in mindere mate voor het algemeen worden van deze denkfiguur: de omgeving als geheel van gedragsaanwijzingen, voorspellingen, duidingen die afleidbaar zijn uit de tekenen die verschijnen. De priesterkaste in het bijzonder ontleende haar gezag aan het vermogen deze openbaring te lezen: de werkelijkheid te duiden als maatgevende orde. Tijdseenheden maken dan deel uit van een bewegend patroon (de veranderingen in de sterrenhemel bijvoorbeeld) en schrijven voor of voorspellen wat te doen is of wat te gebeuren staat.[2] De wetenschap heeft inmiddels de plaats ingenomen van de priesterlijke duidingen, en heeft zich in beginsel ook losgemaakt van een maatgevende rol – hoezeer veel wetenschappers de verleiding mensen te vertellen wat goed voor ze is niet kunnen weerstaan. Niettemin is het opmerkelijk dat de tijdsmagie heeft overleefd, en zelfs met het verval van het christendom in alle hevigheid is teruggekeerd. Mensen zijn niet minder gelovig geworden, de inhoud van het geloof is veranderd. Sla een krant open, en men vindt elke dag berichten over wat de tijd van ons verlangt.[3] De Tijd schrijft voor welke kant de mensheid op moet, hoezeer ze inmiddels ook een abstracte grootheid is geworden die niets meer met kosmos of godheid van doen heeft. De Tijd blijft echter een gestalte van ‘Gods Wil’. Veranderingen worden nog steeds opgevat als een maatgevende orde die een scheidslijn trekt tussen wat niet meer ‘van deze tijd’ is en wat ‘bij de tijd’ of zelfs ‘zijn tijd vooruit’ is. Deze tijdsmagie moet aan het zicht onttrekken dat het mensen zijn die de omstandigheden waarin ze leven interpreteren en dat het mensen zijn die beslissen hoe daarop te antwoorden. De tijdsmagie dient te verhullen dat mensen het hierover oneens kunnen zijn, en voert een denkbeeldige scheidsrechter in – de magische tijdsordening van oud (achterhaald, achterlijk, conservatief) en nieuw (de juiste weg, progressief). Il faut être absolument moderne (Rimbaud). De openbaringstheologie heeft ons nog niet verlaten, zij het dat nu ieder mens zich als priester kan opwerpen, en men kan vermoeden dat de kosmische of goddelijke maatgevende orde heeft plaatsgemaakt voor de onzichtbare maar niet minder dwingende ‘stem van het volk’ – een vermeende hegemoniale of conformistische geest.[4] De godsdienst is vervangen door de tijdsdienst. De verlichte raadgeving ‘zelf te denken’ blijkt nog steeds een te grote opgave.[5]

Noten

[1] Ernst Jünger, Das Sanduhrbuch, Victorio Klostermann, Frankfurt a/M 1954 [ook in Sämtliche Werke. Zweite Abteilung. Essays VI. Band 12: Fassungen I, Klett-Cotta, Stuttgart 1979, blzn.101-250].

[2] Een belangrijke uitvinding die een breuk vormt met de kosmische tijdsmagie is de openbaring van tekst door een godheid: wetten of voorspellingen die een eigen betekenis hebben los van de kosmische of natuurlijke orde. Het levensritme van de aarde en de hemel komt dan los te staan van de dienst aan de goden of de ene godheid, hoezeer ook de natuur als goddelijke scheppingsorde opgevat wordt, en de loop der gebeurtenissen als voorzienigheid of goddelijke regering kan worden geduid.

[3] Redactioneel commentaar in de NRC van dinsdag 3 januari 2023: “Ironie als stijlfiguur wordt in deze tijd niet altijd meer begrepen, noch gewaardeerd. […] Toch kan de wereld anno 2023 niet volledig zonder deze vorm van humor, in een tijd waarin het nieuws over oorlog, klimaat, honger en armoede ondraaglijk zwaar is.” De priester spreekt de tijdsmagische woorden: de wereld anno 2023 heeft zich geopenbaard. Men bedoelt: mensen zijn het oneens over het gebruik van ironie, de één vindt het prima, de ander verwerpelijk, weer een ander soms wel en soms niet enzovoort. Zou dat niet ‘van alle tijden’ kunnen zijn?

[4] Nog indringender is de tijdsmagie in een revolutionaire geschiedenisfilosofie die meent dat mensen de onvermijdelijk geachte historische ontwikkeling als noodlot moeten voltrekken, zoals blijkt uit vraaggesprekken met Sovjetburgers door Swetlana Alexijewitsch over verraad, arrestatie en liquidatie van burgers, aangehaald in Ksenia Golubovitch, ‘Wanderer sein … Leo Tolstoi und die Erfahrung der Gewalt in der russischen Geschichte’, in Lettre International 139, winter 2022, blz.24: “Und warum? Die Denunzianten, die Henker, hatten darauf nur eine Antwort: Das war es, was die Zeit verlangte. Auch sie fühlten sich in Wahrheit wie ebenjene Opfer, wie diejenigen, die sie denunzierten, verurteilten und an denen sie das Urteil vollstreckten. Sie sahen sich derselben Gewalt ausgesetzt, die sie so handeln hieß, wie sie es taten, wobei sie das, was die Zeit verlangte, ausgerechnet als ‚Forderung‘ und ‚Befehl‘ empfanden. […] Es ist eine ‚unsichtbare Kirche der Gewalt‘, deren Befehle von den empfänglicheren Ohren gehört werden.”

[5] Zie uitvoeriger mijn Omstreden moderniteit. Over de gemeenplaats ‘Dat is niet meer van deze tijd’, Wilde Raven, Nijmegen 2016.